Het gebruik van klimaatschadelijke narcosegassen is in vijf jaar fors gedaald en daalt mogelijk nog veel verder. Volgens Niek Sperna Weiland, anesthesioloog in het Amsterdam UMC, komt er in het voorjaar een landelijke campagne die zijn beroepsgenoten hiertoe verleidt.
Niek Sperna Weiland spreekt op donderdag 11 april om 12 uur op de mainstage van Zorg & facility. Het programma staat de hele dag in het teken van duurzame zorg. Andere sprekers zijn onder andere Talitha Hoppe en Stephan Versteege. Registreer hier gratis.
Iedereen weet dat we zoveel mogelijk van het aardgas af moeten. Minder bekend is dat dit ook voor narcosegassen geldt. Dat heeft te maken met de anesthesiegassen en -dampen die patiënten inhaleren. Dit zijn zeer sterke broeikasgassen. Voorbeelden hiervan zijn sevofluraan (508 keer zo sterk broeikasgas als CO2), isofluraan (1.800 keer) en desfluraan (6.810 keer). Deze middelen verdwijnen na gebruik in de atmosfeer. En dat terwijl er een goed werkend alternatief is: het toedienen van middelen zoals propofol via de aderen (intraveneus). Het broeikaseffect daarvan is verwaarloosbaar.
Desfluraan
“Het gaat de goede kant op”, vindt Niek Sperna Weiland, die in Nederland de beweging van narcosegas naar intraveneus in gang zette.
“Een studie die het gebruik van narcosegassen in ziekenhuizen en privéklinieken tussen 2019 en 2022 heeft geïnventariseerd, laat hoopgevende ontwikkelingen zien. Zo is het gebruik van desfluraan, het zwaarste broeikasgas, zeer sterk teruggedrongen. Eigenlijk is dat bijna helemaal verdwenen uit de Nederlandse markt. Hetzelfde geldt voor isofluraan. Het enige wat nog op grote schaal wordt gebruikt, is sevofluraan. Maar ook dat is tussen 2019 en 2022 met 30 procent gedaald. Koplopers zoals Amsterdam UMC en St. Antonius hebben het gebruik van narcosegassen teruggebracht met driekwart.”
Half miljoen euro
De door Sperna Weiland genoemde studie is bekostigd uit een ‘subsidie’ van een half miljoen euro. Dat bedrag heeft de Tweede Kamer in 2022 uitgetrokken voor het terugdringen van narcosegassen. De Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA), waarvan Sperna Weiland de werkgroep duurzaamheid leidt, steekt dit in diverse projecten.
Zoals een meta-analyse van zo’n driehonderd onderzoeken die het gebruik van dampvormige narcose vergelijken met intraveneuze bij verschillende operaties. Ook uit dit onderzoek van Jasper Kampman komen hoopgevende resultaten volgens Sperna Weiland. Hij weet dat omdat hij dit binnenkort te publiceren promotieonderzoek zelf begeleidt. “Dit onderzoek laat zien dat de kwaliteit van het herstel bij intraveneus beter is dan bij dampvormig. Mensen raken minder misselijk en minder verward. Zij herstellen beter. Ook komt uit dat onderzoek dat mensen na een intraveneuze narcose geen grotere kans lopen op een hartinfarct, zoals vroeger weleens werd gedacht. De complicaties zijn vergelijkbaar.”
Beter herstel
Sperna Weiland is blij met de uitkomsten van de literatuurstudie. Daardoor is een belangrijk argument weg om niet over te stappen op intraveneus. “Veel voorstanders van dampvormig gebruiken nu nog het argument dat het beter is voor de patiënt. Dat is weg. Ook voor mensen die niet overgehaald worden door ‘beter voor het milieu’ is er nu een reden: beter herstel.”
In de gereedschapskist
De argumenten voor intraveneus staan centraal in een campagne die anesthesiologen moet overhalen voor intraveneus te kiezen. Ook deze is mogelijk dankzij het half miljoen van de Tweede Kamer. Sperna Weiland vertelt dat de campagne in het voorjaar start, met als slogan: ‘damp als het moet, propofol als het kan’.
Daarvoor is gekozen in samenwerking met het bureau voor gedragsverandering SUE & The Alchemists. Die zijn via interviews nagegaan wat er onder anesthesiologen precies leeft. “We hebben bewust gekozen voor een boodschap die iedereen kan accepteren. Anesthesiologen kunnen doorgaan met damp, maar we vragen ze het gebruik te beperken. Zo proberen we de weerstand weg te halen bij de mensen die vinden dat iets van hen wordt afgepakt.”
Helemaal stoppen met dampvormig is ook niet het doel. Wat Sperna Weiland betreft, mag dampvormig in de gereedschapskist blijven zitten. In uitzonderlijke individuele gevallen kiest hij daar zelf ook nog wel eens voor. “Ik gebruik het een enkele keer bij extreme spoed. Dampvormig werkt dan net iets sneller. Andere redenen kunnen zijn dat een patiënt veel bloed heeft verloren of als een patiënt een hoger risico heeft op wakker worden tijdens de operatie.”
Leidraad
Sperna Weiland verwacht dat dankzij de campagne de ontwikkeling van dampvormig naar intraveneus verder doorzet. “Ook een opname van een bepaling hierover in de perioperatieve leidraad van de NVA zal daaraan bijdragen.”
Hij denkt dat het gebruik van intraveneus gaat stijgen naar het niveau van de huidige koploperziekenhuizen. “Dat is genoeg. Dan zijn we tevreden. Want daarmee voldoen we aan de opdracht van de Nederlandse politiek om dit probleem voor 2025 op te lossen.”
Niek Sperna Weiland spreekt op 11 april om 12.00 uur op de mainstage van Zorg & facility. Deze dag staat helemaal in het teken van duurzame zorg. Mis het niet en registreer hier gratis.